Doel:
Het vergroten van de veiligheid in en rond de woning door risicofactoren in kaart te brengen en waar nodig aan te passen. Zo verklein je het risico op vallen en blijf je langer zelfstandig.
Duur:
6 weken, met kleine opdrachten per week (±20 minuten per dag).
Hulpmiddelen:
- Checklist valpreventie (printbaar of digitaal)
- Basismaterialen zoals antislipmatjes, plakstrips en lampjes met sensor
- Eventueel contact met ergotherapeut of lokale woningaanpassingsdienst
Omgevingscheck & Woningaanpassingen
Veilig wonen begint met het herkennen van mogelijke valrisico’s in en rond je huis. Dit programma helpt je stap voor stap om je woning veiliger te maken met kleine aanpassingen en praktische tips.
Week 1 – Risico’s in kaart brengen
Loop door huis en tuin met een checklist. Noteer losse kleedjes, snoeren, opstapjes en slechte verlichting.
Week 2 – Kleine aanpassingen binnen
Antislip onder kleedjes, snoeren wegwerken, extra verlichting bij trap en gang.
Week 3 – Badkamer & toilet
Beugels plaatsen, antislipmat in douche, goede verlichting bij toilet.
Week 4 – Trap & doorgangen
Controleer trapleuning(en), plaats waar nodig een tweede leuning of antislipstrippen.
Week 5 – Buitenomgeving
Check tuin, stoep en pad: verwijder obstakels, repareer losse tegels, plaats buitenlamp.
Week 6 – Evaluatie & vooruitblik
Bekijk wat is aangepast, wat nog gepland staat en bepaal een halfjaarlijkse check-routine.
Tips:
- Vraag familie of buren om te helpen bij grotere aanpassingen.
- Maak er een routine van om huis en tuin elk halfjaar opnieuw te controleren.
- Focus eerst op de meest risicovolle plekken zoals trap, badkamer en gang.